Waterverontreiniging

Teksten met dank aan Ottervriend.

De alarmerende achteruitgang van de otter in Europa gedurende de laatste decennia is vrijwel zeker veroorzaakt door watervervuiling. In otters uit Nederland en Zweden zijn hoge concentraties PCB?s aangetoond. In Zweden worden deze verbindingen als de oorzaak van de achteruitgang beschouwd (Olsson et al., 1981). Dit geldt tot op zekere hoogte ook voor Groot-Brittanni? (Mason et al., 1986). In Nederland is dit ook aannemelijk (Broekhuizen & De Ruiter-Dijkman, 1988). Bij gehalten hoger dan 50 p pm neemt bij de verwante nerts de reproduktie af (Den Boer, 1984). Ook sterfte van volwassen dieren door PCB-vergiftiging is mogelijk  (Broekhuizen, 1986) De Friese ottergebieden worden waarschijnlijk vooral via de lucht door PCB?s verontreinigd (Jonge Poerink & Huls,1987). Zij adviseren met het oog op behoud van de otters om de norm voor PCB?s in sediment te verlagen van 50 mg/kg naar 1 mg/kg droge stof.

Door Broekhuizen & De ?Ruiter-Dijkman (1988) is een berekening gemaakt van de hoeveelheid PCB?s die de otters in Friesland via het visbestanddeel van hun dagelijks voedsel in 1981 konden opnemen. De dagelijkse opname van PCB?s werd geschat Op 0,0191 mg/kg lichaamsgewicht, hetgeen aanmerkelijk meer is dan de gemiddelde dagelijkse hoeveel heid van 0,0026 mg/kg lichaamsgewicht waarbij via een langdurige toediening aan nertsen, een deel van de wijfjes zich niet meer voortplantte (Den Boer, 1984). Gezien de PCB-gehalten in otters uit delen van Skandinavi? en Groot- Brittani? waar het aantalotters sterk is afgenomen en de PCB-gehalten in de otters uit Friesland, kan worden geconcludeerd dat in Friesland de voortplantingssnelheid bij otters zich op een te laag niveau bevindt als gevolg van PCB-verontreiniging van het aquatisch milieu in het algemeen en de waterbodem in het bijzonder (Broekhuizen &  De Ruiter-Dijkman, 1988). Daarbij komt dat in de otters een sterke bio-accumulatie van hoog gechloreerde PCB?s plaats- vindt, die in het algemeen veel minder afbreekbaar zijn dan de laag gechloreerde congeneren (Broekhuizen & De Ruiter- Dijkman, 1988). Pesticiden vormen op dit moment, althans in Groot-Brittanni?, geen acuut probleem (Hider et al., 1982). De achter- uitgang in de jaren vijftig en zestig was mogelijk wel te wijten aan dieldrin (Chanin, 1985). Na het verbod van deze stof nam de stand echter niet toe. Zware metalen zouden op dit moment problemen kunnen opleveren (Mason et al., 1982). In 1978 zijn 14 dode otters gevonden op de Shetland Eilanden, die zeer besmeurd waren met olie (Wayre, 1980).

Foto's met dank aan: International Otter Survival Fund.

Teksten met dank aan Ottervriend.